Passend onderwijs op de basisschool
Op deze pagina vind je antwoorden op vragen van ouders. Klik op een vraag om het antwoord open te vouwen.
De meeste kinderen kunnen de lessen op school goed volgen. Maar niet ieder kind is hetzelfde. Sommige kinderen hebben op school extra hulp nodig. Soms is er meer nodig dan de school kan bieden en moet het kind naar een andere school in de regio. Dat kan een andere reguliere school zijn of een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Elk kind met een ondersteuningsbehoefte moet in de regio waar hij of zij woont onderwijs krijgen dat bij hem of haar past. Dat heet passend onderwijs. Scholen moeten ervoor zorgen dat een kind hulp krijgt op school, of hulp krijgt op een passende andere plek. Dat is geregeld met de zorgplicht passend onderwijs.
Om uit te zoeken welke school bij jouw kind past, kijk je eerst wat je kind nodig heeft. Soms weet je dat al bij het aanmelden. Maar soms zie je pas later wat je kind nodig heeft. Het is belangrijk om goed te kijken wat een school voor jouw kind kan doen. Sommige hulp moet de school altijd kunnen geven. Dat heet de basisondersteuning. Maar kijk ook goed wat de school voor jouw kind kan doen als extra ondersteuning nodig is. Dat staat in het schoolondersteuningsprofiel (SOP). Je vindt het schoolondersteuningsprofiel in de schoolgids of apart op de website van de school. Kun je het schoolondersteuningsprofiel niet vinden? Vraag er dan om bij de school. Kijk voordat je je kind bij een school aanmeldt, rond bij verschillende scholen. Vraag om een kennismakingsgesprek met de directeur of intern begeleider (IB’er). Vraag om een rondleiding door de school en vraag welke hulp de school vaak geeft. Hoe denken ze erover om iets extra’s voor een leerling te doen? Je kunt ook andere ouders vragen of zij tevreden zijn over de school. Hoe vind je de sfeer op school? Voelt het goed en past het bij jou en je kind?
De school onderzoekt wat jouw kind nodig heeft aan extra hulp. Dat doet de school in overleg met jou als ouder. Er zijn vaak speciale namen voor zulke gesprekken. Zoals multidisciplinair overleg (MDO) of ondersteuningsteam (OT). De school maakt na dit onderzoek en de gesprekken een ontwikkelingsperspectief (OPP) voor jouw kind. Als je kind al op school zit, gebruikt de school informatie van de leerkracht over hoe het gaat in de klas. Maar de school kan ook vragen om informatie van zorgverleners van jouw kind. Of informatie van een vorige school of de kinderopvang. De school vraagt altijd eerst toestemming aan jou. De school mag niet zonder die toestemming overleggen met anderen buiten de school over jouw kind. De school moet ook toestemming vragen om een verslag van een onderzoek te mogen lezen. Soms blijkt dat een school voor speciaal onderwijs (SO) of speciaal basisonderwijs (SBO) het beste zou zijn voor jouw kind. Hiervoor is een toelaatbaarheidsverklaring nodig (TLV).
Het is belangrijk dat je als ouder goed samenwerkt met de school. Jij kent je kind goed en ziet hoe het thuis met je kind gaat. En jij weet wat je kind nodig heeft. De school ziet hoe het met je kind op school gaat. Bespreek met de school wat de school kan doen en wat jij kunt doen. Kijk wat er in de schoolgids en het schoolondersteuningsprofiel staat en welke hulp de school kan geven. En wat je misschien kunt doen om de school te helpen. Zorg dat afspraken op papier staan. En spreek af wanneer jullie een volgend gesprek hebben om te kijken hoe het gaat. Als je je zorgen maakt en denkt dat je kind extra hulp nodig heeft, bespreek je dit met de leerkracht van je kind. Je kunt hiervoor een afspraak maken. Bij het maken van een afspraak vertel je alvast kort waarover je wil praten. Tijdens het gesprek kun je je zorgen bespreken. En krijg je ook informatie over hoe de leerkracht ziet dat het met jouw kind gaat. Je kunt ook contact opnemen met de intern begeleider (IB’er). Die zorgt er op school voor dat kinderen extra hulp krijgen.
Als je kind extra hulp nodig heeft, heeft de school informatie nodig om te onderzoeken welke hulp dat moet zijn. De school kan vragen om verslagen van onderzoeken of vragen om contact met de kinderopvang of de oude school, voor informatie over jouw kind. De school kan ook vragen of ze mogen overleggen met een zorgverlener van jouw kind. Dat mag alleen als jij hier toestemming voor geeft. Je kunt hierover eerst vragen stellen aan de school. Waarom ze de informatie nodig hebben bijvoorbeeld. En wie het allemaal kunnen lezen. Vind je het vervelend om het hele verslag van een onderzoek van jouw kind aan de school te geven? Bijvoorbeeld omdat er ook informatie over anderen in staat? Dan kun je ook een deel van het verslag aan de school geven. Bijvoorbeeld alleen de samenvatting en het advies.
Soms bestaat een deel van de extra hulp van je kind uit jeugdhulp. Scholen en gemeenten werken dan samen door te zorgen voor arrangementen en maatwerk. Samenwerkingsverbanden maken daarover eens in de vier jaar afspraken met alle gemeenten in hun regio. Je kunt als ouder bij jouw gemeente ook zelf vragen om jeugdhulp. Als jouw kind jeugdhulp nodig heeft om goed passend onderwijs te krijgen, dan staat hierover informatie in het ontwikkelingsperspectief (OPP). Daarin staat wat voor zorg of hulp je kind nodig heeft en hoe dat geregeld wordt.
Soms vindt de school na het onderzoek naar de hulp die jouw kind nodig heeft dat een andere school een betere plek is voor jouw kind. Dat kan bij het aanmelden zijn, maar ook als je kind al op school zit. De school zegt dan bijvoorbeeld dat het de extra hulp die jouw kind nodig heeft niet kan geven. Of de school denkt misschien dat een kleine rustigere klas een betere plek is voor jouw kind. Welke hulp jouw kind precies nodig heeft, moet in een ontwikkelingsperspectief (OPP) staan. Hierover overlegt de school altijd met jou.
In het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief staat dan dat je kind beter naar een andere school kan en waarom. Jij als ouder moet het ook eens zijn met het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief. Dat heet instemmingsrecht. De school gaat samen met jou op zoek naar de beste plek voor jouw kind. Je kind blijft ingeschreven op de school, tot er een andere school is, waar jij je kind hebt ingeschreven. Je kind moet naar school kunnen, tot je kind op een andere school staat ingeschreven De school heeft zorgplicht tot jij je kind aanmeldt op een andere school.
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom jij en de school iets anders vinden. Jij ziet je kind thuis, ziet hoe het zich voelt en luistert naar wat het vertelt over school. De leerkracht ziet jouw kind alleen op school. Deze situaties kunnen anders zijn. Ook kan het zijn dat jij en de school anders denken over wat je bij jouw kind ziet.
Probeer wat jij ziet en wat de school ziet met elkaar te bespreken. Wat is er volgens jou aan de hand? En wat ziet de school? Probeer uit te vinden waar jij en school hetzelfde over denken en op welke punten jullie iets anders vinden. Luister zo goed mogelijk naar elkaar. Probeer elkaar beter te begrijpen. Besef dat jullie allebei, school en ouders, het beste willen voor jouw kind.
Na de basisschool gaat je kind naar het voortgezet onderwijs. De overstap van de basisschool naar de middelbare school is een belangrijke stap. Heeft jouw kind (ook) op de middelbare school hulp nodig? Kijk dan goed of de school dit kan regelen.
Lees hier meer over informatie over het voortgezet onderwijs
Heb je een vraag en staat het niet op deze site? Laat het ons weten.
Je wordt doorgestuurd naar een andere pagina.